Ontdek wat inclusieve innovatie voor de inclusieve economie betekent

Creativiteit & Innovatie, Economisch beleid, Innovatiebeleid, Politiek, Strategie
Mariël Voogel

Mariël Voogel is the founder and owner of CreativeMV. She has more than 20 years experience in translating future developments towards a policy and new programs. She is specialized in IT & Data, entrepreneurship, SMEs, innovation and development issues affecting the cultural and creative industries. Mariël has an extensive expertise in the formulation of strategies in the field of economic development, innovation, and culture policies as well as carrying out cooperation programmes. Mariël has a Master in Arts Policy and Management of the University of Utrecht.

Read more of my posts.

by Mariël Voogel

Het (trend)woord van dit jaar van politici is wat mij betreft ‘inclusief’. Een inclusieve samenleving en een inclusieve economie. In de Verenigde Staten een onderwerp van gesprek tijdens de presidentsverkiezingen en ook in Nederland hebben politieke partijen het woord opgenomen in hun verkiezingsprogramma’s. De OECD startte in 2013 al een project gericht op hoe innovatie kan bijdragen aan het verkleinen van ongelijkheid en het vergroten van groei. Ook Canada voegde daar dit jaar een inclusieve innovatie agenda voor inclusieve groei aan toe.

Het zoeken naar de mogelijkheden voor de verkleining van de ongelijkheid tussen mensen en landen is natuurlijk niet nieuw. Echter het plaatsen ervan op een bredere politieke agenda in deze tijd wel. En afgezien van de tijdsgeest, vind ik het interessant om de uitwerking van deze trend nader te onderzoeken. In mijn zoektocht stuit ik op vele onderzoeken en gedachten in diverse landen. In deze blog probeer ik antwoord te geven op de betekenis van een inclusieve innovatie voor de groei van de economie.

Gerelateerde Expertise en Diensten:

Voormalig president van de Verenigde Staten Franklin D. Roosevelt zei, tijdens de periode van de grote economische depressie in de jaren dertig, over wat zijn zogenaamde ‘The New Deal’ zou bereiken: “We are trying to construct a more inclusive society…. We are going to make a country in which no one is left out”.

Waarom?

Het doel van (economische) beleidsmakers is eigenlijk altijd en overal hetzelfde: groei van de welvaart en het welzijn. Dit kan bereikt worden door meer en beter: onderwijs (voor iedereen), werkgelegenheid, cultuur, zorg, leefklimaat, innovatie, en ondernemerschap. Oftewel een evenwichtig ecosysteem.

De weg om dit te bereiken en de ingezette middelen kennen per tijdsperiode nuanceverschillen. Dit is afhankelijk van de technologische, economische, demografische, culturele en sociale ontwikkelingen in een land. Het ecosysteem ontwikkelt zich naar zijn omgeving en heeft hierdoor de neiging steeds weer opnieuw uit balans te raken. Door steeds weer nieuwe vormen en contexten te creëren, wordt door beleidsmakers geprobeerd het evenwicht te herstellen.

Economische groei heeft echter tot op heden drie belangrijke problemen niet opgelost: armoede, werkeloosheid en ongelijkheid. Daarnaast laat het zich ook moeilijk vertalen naar welzijn. Het heeft geleid tot de behoefte aan een ander groeimodel, een die inclusief is.

Wat betekent inclusieve innovatie?

Voor beleid en strategie zijn het bepalen van definities van belang. Zij zorgen voor grenzen aan de problemen en het bepalen van de doelen, zodat keuzes gemaakt kunnen worden. Het draagt bij aan de transparantie en de betrouwbaarheid van het beleid. Het is daarom van belang om expliciet te definiëren wat onder, in dit geval, inclusieve innovatie wordt verstaan. Wat bedoelen beleidsmakers als ze ‘inclusieve innovatie’ als doel bepalen? En ten tweede wat zijn de onderscheidende karakteristieken van een beleid gericht op inclusieve innovatie ten opzichte van een reguliere economische innovatiestrategie?

De definitie

Het OECD heeft inclusieve innovatie als volgt gedefinieerd: innovaties, die het welzijn van lagere inkomens- en uitgesloten groepen bevordert, met betrekking tot consumptie en in de ondersteuning van economische activiteiten. Voorbeelden van genoemde initiatieven, die hieraan bijdragen zijn: mobiel betalen, hergebruik van afval voor 3D printen, een assemblagelijn voor staaroperaties, $2000 auto, en een aangepast leerplan.

Inclusieve innovatie is volgens de Wereldbank, elke innovatie dat leidt tot betaalbare toegang tot kwaliteitsproducten en diensten voor de armen op een duurzame basis en met een groot effect.

De karakteristieken

De definities van inclusieve innovatie kennen verschillen in de formulering, maar ze zijn wel overeenkomstig wat betreft het doel van inclusieve innovatie. Om dit extra scherp te krijgen kijk ik naar de kenmerken van beleid gericht op inclusieve innovatie voor een inclusieve economie. Inclusieve innovatie kenmerkt zich door de volgende karakteristieken:

  • Het is gericht op welzijn en welvaart voor iedereen;
  • Het waarborgt economische, sociale en territoriale cohesie;
  • Het moderniseert het sociale zekerheidsstelsel en verhoogt de arbeidsparticipatie;
  • Het investeert in het onderwijs, het verwerven van nieuwe vaardigheden en het leren omgaan met een veranderende arbeidsmarkt;
  • Het is duurzaam en groen;
  • Gericht op producten en diensten met lage aanschafkosten, hoge kwaliteit en het voorziet in de behoeften van de consument (met een laag inkomen).
Inclusieve innovatie en inclusieve groei

In de diverse beleids- en onderzoeksstukken worden inclusieve innovatie en inclusieve groei gezamenlijk en door elkaar gebruikt. Dit heeft te maken met de gedachte dat inclusieve innovatie nodig is voor inclusieve groei, het eerder geschetste hogere doel. Inclusieve groei is daarmee ook een breder gebruikt begrip. In 2014 noemden het IMF, de Europese Commissie en DFID inclusieve groei als prioriteit in hun strategieën en plannen.

Hoe wordt inclusieve groei gemeten?

Om de inclusieve ontwikkeling te meten, zijn de cijfers van de economische groei (Bruto Nationaal Product) niet voldoende. Om het sociale ‘succes’ te meten, is in 2013 tijdens het Skoll World Forum de ‘Social Progress Index‘ (SPI) gelanceerd. 52 indicatoren bepalen hoe het met het welzijn van een samenleving is gesteld. Het brengt de sociale vooruitgang in beeld op het gebied van basisbehoeften (veiligheid, zorg, water etc.), kansen (individuele rechten, tolerantie, onderwijs, individuele vrijheid) en gronden voor welzijn (toegang tot kennis, gezondheid, duurzaam ecosyteem). De methodiek wordt in dit rapport (2016) van Social Progress Imperative (geleid door econoom Michael Porter) nader uitgelegd. Nederland staat op de achtste plek in de SPI 2016. De top 3 is respectievelijk Finland, Canada en Denemarken.

OECD

In 2013-14 was een project van de OECD gericht op hoe innovatie kon bijdragen aan inclusieve ontwikkeling. Ze onderzochten de beleidsmogelijkheden om inclusieve innovaties in het onderwijs en andere sleutelsectoren te vergroten. Het project was gericht op China, Colombia, India, Indonesië en Zuid-Afrika, maar onderzocht ook de ervaringen van andere OECD landen. In juni 2015 brachten ze de rapportage ‘Innovation Policies for Inclusive Growth’ uit. Om concrete beleidsoplossingen te ontwikkelen, hebben ze een raamwerk gemaakt om innovatie en beleid te analyseren vanuit het perspectief gericht op industriële, territoriale en sociale inclusiviteit.

Wereldbank

Voor de studie ‘Inclusive Innovation for Sustainable Inclusive Growth’ in samenwerking met State Information Center (SIC) heeft de Wereldbank gewerkt aan een podium voor potentiële implementatie en uitvoering van een inclusief innovatiebeleid voor China.

De relevantie ervan wordt erkend, echter de stappen voor inclusieve innovatie moeten nog worden gezet. Dit betekent onder meer innovatiebeleid gericht op het vergroten van de koopkracht en het verbeteren van inkomsten-genererende kansen voor de arme bevolking. Aanbevelingen uit het rapport zijn onder andere: een gemakkelijke regelgeving en ondersteunend beleid inzake overheidsopdrachten; een geïntegreerde nationale inclusive innovatiebeleid en de vereiste institutionele systemen; een speciaal fonds voor inclusieve innovatie met inbegrip van particuliere risicokapitaal om oplossingen gericht op armen te ondersteunen.

Canada

Canada heeft een Minister van Innovatie, Wetenschap en Economische ontwikkeling, Navdeep Bains. Hij ziet innovatie als sleutel tot de groei van de middenklasse en nieuwe economische, sociale en milieu kansen voor het land. Hij wilt dat Canada een innovatieve natie wordt. Sterker nog zijn visie is: Canada als wereldwijd centrum van innovatie. Het ministerie heeft de bevolking gevraagd ideeën aan te leveren op een zestal thema’s, waaronder een ondernemende en creatieve samenleving, concurreren in een digitale wereld, het gemak van zakendoen, wereldwijde excellentie in wetenschap, ‘schone’ groeibedrijven en wereldleidende clusters. Innovatief zijn, moet een Canadese waarde worden. Het onderwijs speelt hierin een belangrijke rol en moet de Canadezen opleiden in creatief denken en risicobereidheid en de ambitie tot wereldwijd succes stimuleren.

Thailand

De National Science Technology and Innovation Policy Office (STI) van Thailand richt zich sinds 2011 op een groen en inclusief innovatiebeleid. Op dit moment zijn diensten en vervolgens de industrie en agricultuur de belangrijkste sectoren in Thailand. Het beleid is gericht op innovatie op het gebied van ‘groene’ consumptie (hogere efficiency door de consument), ‘groene’ industrie (bio-based industrie, diensten en toerisme gericht om milieubewustzijn), milieubescherming (R&D en watermanagement).

De inclusiviteit richt zich bij hun op een bredere innovatieaanpak dan de traditionele benadering van wetenschap en technologie. Het beleid moet de organisaties gericht op onderzoek, ontwikkeling, en de vertaling naar de markt (commercialisering) verbinden. Tevens moet het beleid het innovatievermogen van arme mensen vergroten en ze onderdeel maken van het innovatieproces. Speerpunten zijn bijvoorbeeld: voor ieder kind één tablet, een financieringsfonds voor MKB ondernemers en incubators in het onderwijs en de reorganisatie van het nationale onderzoeks- en innovatiesysteem.

Pittsburgh

Pittsburgh verstaat onder inclusieve innovatie: het verstrekken van gelijke toegang tot producten en diensten met nieuwe technologie, ideeën, medewerkers en uitvindingen om te voldoen aan de complexe uitdagingen en de hoge standaarden. In 2015 heeft Pittsburgh een zogenaamde ‘Innovation Roadmap‘ geïntroduceerd om de digitale kloof tussen bewoners (inclusief de 13% zonder computer) te overbruggen, het beschikbaar stellen van open data van de stad, het promoten van duurzame en schone technologie en het vergroten van de samenwerking van de overheid met kleine bedrijven en ondernemers.

Detroit

Detroit heeft al langere tijd te maken met een hoge werkloosheid en een mismatch tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs. Veel bewoners hebben nu gekozen voor het ondernemerschap. In 2007 heeft The New Economy Initiative (NEI) het initiatief genomen tot het creëren van inclusieve, innovatieve regionale cultuur door Detroit’s creatieve ondernemersgeest nieuw leven in te blazen. Ze hebben (financierings-)programma’s gericht op de opstart van kleine lokale bedrijven in de buurten. Met als gevolg dat leegstaande panden weer gevuld raken, de werkgelegenheid toeneemt, het leefklimaat verbetert en talent weer wordt aangetrokken.

Valkuilen en Successen voor inclusieve bedrijven

Om als bedrijf succesvol inclusieve innovatieve producten of diensten te ontwikkelen, moet je rekening houden met een aantal te nemen hordes. De meest voor de hand liggende obstakels zijn het ontbreken van een goede (fysieke) infrastructuur, een gebrek aan effectief regulerende instanties en nuttige marktinformatie. Een onderzoek van Accenture bracht nog vijf valkuilen aan het licht.

  1. Het ontbreken van ‘echte’ steun van de top van een organisatie;
  2. De focus op de verkeerde prestatiecijfers;
  3. Verzuimd getalenteerd bestuur aan te nemen;
  4. Het gebruik van oude businessmodellen;
  5. Samenwerking met de verkeerde organisaties.

Deze valkuilen zijn allemaal te voorkomen. Een belangrijke oorzaak is de angst voor het onbekende. Bedrijven als Unilever of Alibaba lossen het als volgt op. Geef bijvoorbeeld het bestuur de rol van investeerder en laat ze de middelen verdelen over de verschillende inclusieve innovatieprojecten en vergroot hiermee hun betrokkenheid bij de initiatieven. Laat projectleiders maandelijks pitchen over de voortgang (behalen van hun bepaalde mijlpalen) van hun initiatief voor de verlenging van de financiering. Je creëert hiermee een competitieve, ondernemende cultuur, waarbij het bestuur intens betrokken is. Ook kun je het initiatief introduceren als sociale verantwoordelijkheid en niet zozeer als bedrijfsproduct of dienst dat direct winst oplevert. Bepaal andere indicatoren waarmee de effectiviteit kan worden gemeten.

Hoe inclusief is jouw beleid?

Wil je als organisatie ook aan de slag met inclusief beleid? Of heb je vragen? Neem dan contact met mij op. Ik help overheden en organisaties met een effectieve beleids – of communicatiestrategie en ik ontwikkel programma’s voor inclusief (innovatie)beleid.