Ondernemerschapsonderwijs werkt

Lesgeven in ondernemerschap is meer dan het uitnodigen van succesvolle ondernemers voor gastlessen over hun praktijkervaringen. En meer dan het leren schrijven van een ondernemingsplan en de basis van marketing en financiën: dit zijn basisvaardigheden en processen die zich niet alleen verhouden tot het ondernemerschap.

Het beheersen van deze kennis wordt steeds minder van belang ten opzichte van het ontwikkelen van ondernemende vaardigheden en attitude van de werkende van de toekomst.

Ondernemend gedrag ontstaat wanneer studenten losgelaten worden om problemen op te lossen, kennis te delen en hun ideeën in producten kunnen omzetten. Er zijn zelfs universiteiten die hun studenten laten bridgen of schaken, om hun vaardigheden te ontwikkelen voor het beste besluit, strategievorming, intuïtie en omzeilen van de concurrent. Sommigen zijn van mening dat ondernemendheid alleen in de ‘echte’ wereld goed wordt ontwikkeld. Aan het onderwijs de uitdaging om een brug te slaan tussen de praktijk en het klaslokaal.

Gerelateerde expertise en diensten:

Ondernemerschapsonderwijs werkt

De Europese Commissie (EC) publiceerde in 2014 haar Entrepreneurship 2020 Action Plan met als doel het Europese ondernemerspotentieel te helpen ontwikkelen. De publicatie Entrepeneurship Education: A road to success (2015) toont de resultaten van het onderzoek naar wat het onderwijs hieraan kan bijdragen. Het onderzoek omvatte 91 projecten in 23 landen die aandacht schenken aan ondernemerschapsonderwijs. Het onderzoek keek naar de impact van focus op ondernemerschap binnen het onderwijs op het niveau van studenten, instellingen, de economie en de maatschappij.

Uit een analyse van deze casestudies blijkt dat studenten die ondernemerschapsonderwijs hebben genoten, vaker innovatieve bedrijfjes starten, hun slagingskans als ondernemer is verhoogd en hun kans op werkeloosheid is verlaagd.

In het basis- en voortgezet onderwijs draagt het ondernemerschapsonderwijs bij aan:

  1. de ontwikkeling van vaardigheden en eigenschappen van de leerlingen als een groter zelfvertrouwen, het benutten van kansen, oplossingsgerichtheid en het doorzettingsvermogen;
  2. een hoger ambitieniveau;
  3. de intrinsieke motivatie (wil) om zich verder te ontwikkelen.

Deze effecten zijn op meerdere vlakken belangrijk, en essentieel voor later succesvol ondernemerschap.

 

Vergroten van de effecten van ondernemerschapsonderwijs

Het rapport gaat ook in op de belangrijke aspecten om de effecten van het ondernemerschapsonderwijs te vergroten. Ik zal de aanbevelingen hieronder op een rij zetten.

  • Gezien de positieve effecten van ondernemerschapsonderwijs, moet het standaard onderdeel zijn van het curriculum van alle studenten, en niet alleen voor degenen die ervoor kiezen.
  • De effecten stapelen zich op met de tijd en zijn hoger bij opeenvolging van meerdere leerervaringen op het gebied van ondernemerschap. Het pleit voor inbedding in een doorlopende leerlijn.
  • Trainingen zijn maatwerk en moeten voor een groter effect zijn aangepast op de leeftijd, het onderwijsniveau, het onderwerp en de discipline (sector). Dit betekent in het basisonderwijs en de eerste klassen voortgezet onderwijs, ondernemerschap als lesmethode voor innovatief en actief leren. In de laatste klassen van het voortgezet onderwijs, ondernemerschap als mogelijk beroep en werken aan een ondernemende houding en gedrag. In het hoger onderwijs is een combinatie van beide benaderingen gewenst.
  • De effecten van leerprogramma’s zijn sekse afhankelijk. Mannen profiteren van een meer conventioneel leerprogramma, dan vrouwen.
  • Praktische levensechte leerervaringen dragen bij aan het succes van het ondernemerschapsonderwijs.
  • Docenten zijn belangrijke actoren in het ondernemerschapsonderwijs. Bewustmakende activiteiten voor docenten in combinatie met opvolgende op maat gemaakte trainingen zijn essentieel. Het begint bij de docent. Tevens moeten ondersteunende instrumenten en lesmethoden meer onder de docenten worden verspreid.
  • Een integrale inbedding van ondernemerschapsonderwijs verhoogt het bewustzijn van de docenten.
  • Institutionele verandering en een gecoördineerde aanpak van ondernemerschapsonderwijs is het meest effectief wanneer het volledig wordt gesteund door het management, het bestuur en de staf.
  • Het ondernemerschapsonderwijs moet worden ingebed in het zogenaamde ‘entrepreneurial ecosystem‘.
  • Netwerken en mentorschap zijn belangrijke ondersteuningsmiddelen.
  • De mogelijkheden tot ondersteuning en begeleiding moeten transparant en zichtbaar zijn.
  • Ondernemerschapsonderwijs trekt ondernemende studenten en medewerkers aan en zal leiden tot nog meer ondernemerschap.
  • Ondernemerschapsonderwijs zou een indicator moeten zijn in de procedures voor kwaliteitsborging van scholen en universiteiten.

Onderwijs moet vroegtijdig inspelen op vereisten in de toekomst

De wereld verandert snel en het onderwijs moet hierop vroegtijdig inspelen door de ontwikkeling van vaardigheden van de leerling en student te stimuleren om bijvoorbeeld bepaalde basiskennis te verkrijgen. Al eerder pleitte ik voor de opzet van een 21st Century Skills NL Center. Er wordt wel geëxperimenteerd in allerlei projecten, maar structurele inbedding ontbreekt nog.

De dialoog voor het onderwijs in de toekomst is in november vorig jaar door het Ministerie van OC&W gestart met het Platform #Onderwijs2032. Zij brengen eind van dit jaar hun advies uit en het streven is om in 2017 de vernieuwde kerndoelen en eindtermen vast te stellen. Het lijkt mij vanzelfsprekend dat de ontwikkeling van ondernemerschap en een ondernemende houding hiervan onderdeel uitmaakt. De bovenstaande aanbevelingen zijn hiervoor een goed startpunt.

Ik kan niet wachten.

Mariël

21st century skills, Ecosysteem, Europa 2020, European Committee, Lerende economie, Ondernemerschap, Onderwijs
Vorig bericht
The impossible dream
Volgend bericht
Trends in 2016

Gerelateerde berichten

keyboard_arrow_up